Netty werkt 40 jaar in de zorg: “het mooiste vak dat er is”

Publicatiedatum: 12 februari 2021

“Als jong meisje van 12 jaar maakte ik voor het eerst kennis met de zorg. Bij mijn buren werkte een gezinsverzorgster. Ik zag en voelde wat zij deed en hoe er rust kwam in dat gezin. En toen later een nicht van mij ziek werd, nam ik als vanzelf de zorg voor haar en haar kind op me.

Blinkende brommer
Op mijn 18e startte ik in mijn eerste baan als gezinsverzorgster in Grave, de plaats waar ik ben geboren en getogen. Een van mijn eerste adressen was een gezin met 6 jongens. Ik kwam daar 5 dagen in de week. En op vrijdagmiddag reed ik op een blinkende brommer, gepoetst door de jongens, weer naar huis. Ik heb ook in een gezin gewerkt waar de moeder was overleden. Ik runde daar het hele huishouden en de dagelijkse zorg voor de kinderen. Toen de kinderen op zondag bij mij thuis aan de deur stonden heb ik gevraagd om andere werkplek. Dit kwam toch echt te dichtbij! We kregen vanuit de organisatie het advies: ‘het werk achter je laten zodra je de deur bij de cliënt dicht trekt’. Dat was zo makkelijk nog niet.


Foto Netty van de Broek


Starten en eindigen in Grave
Na de komst van de kinderen heb ik gewerkt als oproep bij de intensieve stervensbegeleiding, Alfa hulp en Verzorgende in Mill en Grave. Op een gegeven moment kreeg ik de kriebels en wilde iets nieuws en me verder ontwikkelen. Ik mocht een opleiding volgen en ben ruim 20 jaar gespecialiseerd thuisbegeleider in Cuijk geweest. Een heel mooi en dankbaar beroep. Maar naarmate ik ouder werd, vond ik het wel zwaarder worden. De cliënten hebben vaak veel problemen en het traject naar verbetering is vaak een lange weg. Twee jaar geleden stond ik op het punt om vervroegd met pensioen te gaan. Een collega heeft me gestimuleerd om weer terug naar de verzorging te gaan. Ik was eerst terughoudend omdat ik dacht dat er veel veranderd is. Dat viel mee. Een collega waar ik in Grave mijn loopbaan mee startte heeft er voor gezorgd dat ik weer terug naar Grave kwam. In maart ga ik met pensioen, maar ik ben bang dat ik het werk erg ga missen. Ik heb al de afspraak met mijn manager dat ik als oproepkracht terug mag komen als ik dat wil.


Zorg toen en nu
Het grote verschil met vroeger is dat we toen de zorg voor het huishouden overnamen: wassen, strijken, koken, boodschappen doen, kinderen verzorgen etc. Nu ligt de focus op ondersteunen bij ADL activiteiten en zelfzorg zodat de cliënten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. 


Trots op mijn werk
Ik sluit mijn loopbaan goed af: ik heb altijd fijn gewerkt, fijne managers gehad en veel mogelijkheden gekregen en aangepakt om me te blijven ontwikkelen. Ik ben er altijd trots op geweest dat ik in de thuiszorg werk. Het is een mooi vak, je doet er echt toe! Dat geeft veel voldoening”.